Een duurzame bedrijfsvoering begint in de supply chain. Maar investeringen in duurzaamheid zijn vaak hoog en hebben een lange terugverdientijd. Het meenemen van de sociale kosten en milieukosten in de besluitvorming kan voorkomen dat plannen voor verduurzaming van de supply chain in de la blijven liggen. Dat blijkt uit het verhaal van Michel Scholte van platform True Price, die tijdens een bijeenkomst van het Supply Chain Excellence Leadership Platform (SCELP) toelichting gaf op het gelijknamige begrip ‘true price’. “Het gaat er niet om producten duurder maken, maar om extra informatie in te brengen in de discussie.”
De vorige bijeenkomst van SCELP over duurzaamheid eindigde met een ranglijst van knelpunten die de SCELP-leden in de praktijk tegenkomen. Bovenaan stond de ‘return on investment’ van investeringen in duurzaamheid. Die investeringen zijn hoog en leveren vaak pas na langere tijd een positief rendement op. Maar veel bedrijven gunnen zich die tijd niet. Wat kunnen supply chain managers doen om uit deze impasse te komen? SCELP nodigde sprekers uit van HEINEKEN, KwikFit, Intersnack en True Price om hun ervaringen te delen.
De eerste oplossing is simpel: genoegen nemen met een langere terugverdientijd. “Wij zijn niet met duurzaamheid gestart om geld te verdienen. Maar elk initiatief moet wel gepaard gaan met een sluitende business case”, vertelt Jan-Willem Vosmeer, global manager corporate social responsibility bij HEINEKEN. Hij vertelt over de vele initiatieven van de bierbrouwerij om de operatie te verduurzamen. “Zonder een business case wordt het lastig om maatregelen op lange termijn vol te houden. Maar dat betekent niet dat we dit altijd binnen twee jaar moeten terugverdienen. Soms houden we een langere terugverdientijd aan, zeker bij duurzaamheid. Ook moet we het niet alleen willen doen, partnerships met andere spelers in de keten zijn nodig om impact te maken.”
Op zoek naar win-win
Paul van der Leer, Supply Chain Director bij KwikFit, geeft enkele voorbeelden van hoe het bedrijf met leveranciers zoekt naar win-win-oplossingen. De autoserviceketen wordt bijvoorbeeld acht keer per dag beleverd door de vaste leverancier van onderdelen. Als KwikFit de leverfrequentie halveert, is de onderdelenleverancier bereid om korting op het inkoopbedrag te geven. “Acht keer per dag bestellen was een automatisme geworden. Terwijl wij vooraf weten welke auto’s we binnenkrijgen en waarvoor. Op basis daarvan kunnen we orders clusteren, zodat de leverfrequentie omlaag kan. Dat scheelt zowel CO2-uitstoot als kosten. Daarmee zijn we nu een voorbeeld voor de sector.”
Dat de zoektocht naar een sluitende business case tijd en energie kost, blijkt uit het verhaal van Intersnack. Dit bedrijf produceert kroepoek voor Conimex, waarvoor garnalen worden ingekocht in Indonesië. De vismethode die de garnalenvissers gebruiken, put de visgronden uit. Samen met Conimex en de toeleverancier die de garnalen verwerkt, probeert Intersnack de garnalenvissers over te halen om andere vismethodes te gebruiken. De eerste garnalenvissers zijn inmiddels ‘om’. “Maar de vraag is hoe we dit schaalbaar en betaalbaar maken”, vertelt Bas van den Brink van Intersnack.
True pricing
Michel Scholte van het platform True Price presenteert een nieuw perspectief op dit vraagstuk: neem niet alleen de interne kosten, maar ook de sociale kosten en de milieukosten mee in de business case. Dat zijn de kosten van de impact die een product of dienst heeft op de maatschappij en het milieu. “Hoe we die kosten berekenen? Allereerst door te kijken wat het kost om de aangerichte schade te herstellen. Hoeveel bomen moeten we aanplanten om de uitgestoten CO2 weer uit de lucht te halen? Als dat niet lukt, kijken we naar de kosten die nodig zijn om de schade te compenseren of te voorkomen.”
De true price die Scholte met zijn team berekent, is de marktprijs met daarbij opgeteld de sociale kosten en milieukosten. “True pricing wordt vaak geassocieerd met producten duurder maken, maar dat hoeft helemaal niet. Het gaat in eerste instantie om het verrijken van de data waarop bedrijven hun duurzaamheidsbeslissingen baseren. Wij beschikken daarvoor over een enorme database.”
Duurzamer én goedkoper
Hij geeft als voorbeeld hoe de introductie van de ‘true price’ heeft geholpen om de supply chain voor rozen uit Kenia te verduurzamen. Aanvankelijk leek de winst van de kweker volledig te verdampen door de medewerkers in Kenia een eerlijk loon te betalen. Maar met andere maatregelen slaagde de kweker erin om niet alleen de sociale en milieukosten te verlagen, maar ook de supply chain-kosten. Eén van de maatregelen: geen luchtvracht meer inzetten, maar zeevracht. “Uiteindelijk zijn de rozen daardoor niet alleen duurzamer, maar ook goedkoper geworden”, zegt Scholte.
De true price kan het verschil maken in discussies over de business case van duurzaamheidsinitiatieven. Scholte: “Stel, een chemiefabrikant wil een nieuwe installatie installeren. Waar moet die fabrikant de energie uit halen, uit waterkracht of uit biomassa? Misschien is er vanuit bedrijfseconomisch perspectief geen verschil tussen die twee energiebronnen. Maar als het bedrijf de true price van beide energiebronnen meeneemt, kan er wel degelijk een groot verschil bestaan. Dan kom je tot heel andere optimalisaties.”
People, planet én profit
De bijeenkomst werd georganiseerd door de werkgroep duurzaamheid van SCELP, bestaande uit Pim Pilon (Vivera), Annemarie Goijarts (Coop), Frederik Blömer (Videojet), Paul van der Leer (KwikFit), Janko van Elderen (Gwynt) en Stijn Sweere (Group of Butchers).
Jack van der Veen hamerde namens SCELP aan het eind van de sessie nogmaals op het belang van een sluitende business case. “Het gaat immers om people, planet én profit. Het kan verstandig zijn om de true price in die business case mee te nemen. Misschien hoef je nu niet die sociale kosten en milieukosten te betalen, maar we kunnen ervan op aan dat de overheid ons dwingt om in de toekomst in ieder geval een groter deel daarvan voor onze rekening te nemen.”
De volgende bijeenkomst van SCELP gaat over het thema digitalisering en vindt plaats op 17 november 2020.