De uitgaven aan de last mile in e-commerce staan doorgaans niet in verhouding tot de totale logistieke kosten. Zo blijkt uit het rapport ‘Last Link, Quantifying the Cost’ van Cushman & Wakefield. Door inefficiënties in de last mile, zoals mislukte bezorgpogingen en niet-optimale bezorgroutes, lopen de kosten op tot 50 procent van het totaal. Distributiehubs aan de rand van steden kunnen dat tij keren, zo stelt de vastgoedadviseur.
Cushman & Wakefield ontwikkelde met P3 Urban Logistics een tool waarmee ontwikkelaars, investeerders en gebruikers de totale kosten voor de last mile kunnen berekenen op basis van het type vastgoed. Uit een analyse van de markten in Londen, Parijs, Madrid en Milaan blijkt dat de last mile-kosten omlaag gaan naarmate de zogenoemde STEM-afstand (de afstand van en naar een distributiepunt) korter wordt.
‘Hoge huren worden terugverdiend’
Dat houdt volgens Cushman & Wakefield in dat een logistieke hub aan de rand van een stad kostenefficiënter is dan een distributiecentrum buiten de stad. De hogere huren die gebruikers in de stad betalen, worden snel terugverdiend. Stadshubs zorgen namelijk voor een vermindering van de loonkosten van bezorgers, de brandstofkosten en voor efficiënter gebruik van vervoersmiddelen. Een vermindering van 20 minuten reistijd in de last mile zou een jaarlijkse besparing van 2 miljoen euro opleveren. In Parijs bedraagt die jaarlijkse besparing maar liefst 4 miljoen euro.
Interactie consument
Volgens Menno van Boxtel, Head of Industrial & Logistics bij Cushman & Wakefield is het optimaliseren van de last mile niet alleen belangrijk door het kostenplaatje. “Juist in dit deel van de keten vindt de daadwerkelijke interactie met consumenten plaats en kan het verschil gemaakt worden.” Door de logistiek dichtbij de consument te organiseren kunnen bedrijven de concurrentie aftroeven. Daarnaast is het in steden eenvoudiger om geschikt personeel aan te trekken, aldus Van Boxtel.