De cultuur die binnen een bedrijf heerst heeft grote impact op de volwassenheid in supply chain
management. Ook bedrijven met een duidelijk idee over hun bestaansreden scoren doorgaans
hoger als het gaat om volwassenheid. Dat concludeert het Supply Chain Excellence Leadership
Platform (SCELP), een platform voor en door supply chain professionals.
Binnen het vakgebied bestaan verschillende modellen waarmee bedrijven kunnen vaststellen hoe
volwassen ze zijn op het gebied van supply chain management (SCM). Het meest bekend is het
maturity model van Gartner, maar er zijn meer modellen die allemaal min of meer dezelfde boodschap
hebben: bedrijven zetten stappen naar volwassenheid als ze een naar buiten gerichte blik
ontwikkelen, de muren tussen de interne afdelingen afbreken en de focus verschuiven van
kostenbesparing naar waardecreatie. Bedrijven beschikken over een volwassen supply chain als die is
gebaseerd op onderling vertrouwen en gemeenschappelijke doelen en een fundamentele bijdrage
levert aan realisatie van de bedrijfsstrategie.
De vraag is hoe bedrijven die status van volwassenheid kunnen bereiken. Het Supply Chain
Excellence Leadership Platform (SCELP) is na ruim vier jaar van kennisdeling en kennisontwikkeling
tot de overtuiging gekomen dat bedrijfscultuur daarin een cruciale rol speelt. Naast wetenschappelijke
resultaten is die overtuiging is mede gebaseerd op de resultaten van vier SCELP-leden, die de
afgelopen maanden met een aantal eenvoudige meetinstrumenten de bedrijfscultuur en de supply
chain volwassenheid binnen hun eigen bedrijven in kaart hebben gebracht. Tijdens de tafeldiscussies
over deze resultaten bleek dat alle SCELP-leden een duidelijk verband zagen tussen de
bedrijfscultuur en de supply chain volwassenheid.
Clan- en adhocratiecultuur
Met name twee typen culturen zijn belangrijk voor ketensamenwerking: een clancultuur en een
adhocratiecultuur. In een clancultuur hebben medewerkers veel met elkaar gemeen en zijn ze loyaal,
terwijl veel waarde wordt gehecht aan teamwork, participatie en consensus. Een adhocratiecultuur
wordt gekenmerkt door een dynamische, ondernemende en creatieve werkomgeving, waarin mensen
graag hun nek uitsteken en nieuwe uitdagingen aangaan. Uit wetenschappelijk onderzoek van
Maarten Snijders, supply chain consultant bij BLMC, bleek eerder al dat bedrijven met een clancultuur
beter zijn in het realiseren van klantwaarde dan gemiddeld. Bedrijven met een adhocratiecultuur
scoren beter op samenwerking met externe partijen in de keten. Mede op basis van de vier
onderzochte bedrijven stelt SCELP dat deze twee culturen bijdragen aan een volwassen supply chain.
Daarnaast heeft SCELP een link gelegd tussen supply chain volwassenheid en het dieper gelegen
doel of ‘purpose’ (ook wel ‘inner why’ genoemd) van een organisatie. Die purpose reikt verder dan het
maken van winst of het vergroten van marktaandeel, maar zegt iets over de betekenis die het bedrijf
aan zijn activiteiten koppelt. Veel bedrijven zijn echter hun purpose uit het oog verloren en formuleren
hun visie en strategie louter in termen van ‘wat’ en ‘hoe’. De bestaansreden van de organisatie als
samenbindend element raakt dan uit het zicht. Dat maakt het lastig om te werken aan een cultuur
waarin medewerkers betrokken en gemotiveerd zijn om samen met andere medewerkers en partners
steeds nieuwe klantwaarde te realiseren. SCELP onderschrijft daarom de stelling dat een duidelijke
purpose eveneens een positieve impact heeft op supply chain volwassenheid. De bevindingen van de
vier onderzochten bedrijven bevestigen die stelling.
Redactie LogistiekProfs